Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord zich opschikken
Nederlands | Engels |
---|---|
zich opschikken | ⇆ prink oneself up |
opschikken | ⇆ bedeck; ⇆ bedight; ⇆ close in; ⇆ close up; ⇆ move over; ⇆ move up; ⇆ dress up; ⇆ trick out; ⇆ prink up |