Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord voorbijmarcheren

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
🔗 Hij marcheerde verder.
(afgelopen; verleden; vervlogen; over; achter de rug);
🔗 Die tijd is echter voorbij.
(verder dan);
pli malproksime ol
(langs; langs … heen); ;
🔗 Ge kunt niet voorbij.

NederlandsEngels
voorbijmarcheren march past
marcheren foot‐slog; march
voorbij beyond; by; bygone; done; gone; over; past