Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord vanzelfsprekend

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
self‐evident
🔗 Vanzelfsprekend is het echter niet.
(natuurlijk; uiteraard; allicht)
🔗 Vanzelfsprekend moet ik voorzichtig zijn.

NederlandsEngels
vanzelfsprekend as a matter of course; axiomatic; naturally; of course; presumed; self‐evident; unquestioned
als vanzelfsprekend aannemen take for granted; take it for granted
het is vanzelfsprekend it goes without saying
vanzelfsprekendheid matter of course