Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord vakantiewoning

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(verlof);
🔗 Heer Bommel had vakantie nodig.
(behuizing); ;
🔗 De drie doden werden aangetroffen in een woning.

NederlandsEngels
vakantiewoning holiday abode
vakantie holiday; holidays; hols; vacation; vac
woning abode; dwelling; dwelling‐place; habitation; house; lodging; mansion; place; residence; tenement; abidance