Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord uitspatten

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(aan de rol zijn; boemelen; brassen; slempen; zwijnen)
revel
;
wallow
(op; van; vanuit);
🔗 Hij liep snel het hotel uit.
(aan; door; met; om; van; vanwege; voor; wegens); ; ;
🔗 Dat deed hij uit berekening.
(over; voort; weg; verwijderd);
🔗 Zij zijn het grootste gedeelte van de dag uit.
;
🔗 De lampen waren uit.
;
dissipation
;
excess
;
debauch
🔗 Natuurlijk dacht ik aan de ring, het enige bezit dat ik nooit van de hand heb gedaan om mijn uitspattingen voort te kunnen zetten.
(buitensporigheid; exces; overdaad; overmaat)
excess
🔗 Hij heeft geld nodig voor zijn uitspattingen.

NederlandsEngels
spatten dash; spatter; splash; splatter; splutter; spurt
uit done; for; forth; off; out; out of; over; through; in a spirit of; from; from among; in
uitspatting debauch; debauchery; excess; extravagance; fling; splurge; dissipation