Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord uitkunnen
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(bij machte zijn) | ; ; ; | |
🔗 Kunt u deze taal lezen? | ||
(op; van; vanuit) | ; | |
🔗 Hij liep snel het hotel uit. | ||
(aan; door; met; om; van; vanwege; voor; wegens) | ; ; ; | |
🔗 Dat deed hij uit berekening. | ||
(over; voort; weg; verwijderd) | ; | |
🔗 Zij zijn het grootste gedeelte van de dag uit. | ||
; | ||
🔗 De lampen waren uit. |
Nederlands | Engels |
---|---|
uitkunnen | ⇆ be able to get out; ⇆ come off; ⇆ make do with; ⇆ manage with |
ergens niet over uitkunnen | ⇆ be dumbfounded by something; ⇆ be flabbergasted by something |
kunnen | ⇆ be able; ⇆ be able to; ⇆ can; ⇆ know; ⇆ may; ⇆ prowess |
uit | ⇆ done; ⇆ for; ⇆ forth; ⇆ off; ⇆ out; ⇆ out of; ⇆ over; ⇆ through; ⇆ in a spirit of; ⇆ from; ⇆ from among; ⇆ in |