Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord uithaal

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(schrap; streek; streep)
(trek);
tug
;
🔗 Hij dacht even na, terwijl hij een lange haal aan zijn pijp deed en nog een beetje gemakkelijker ging zitten.
(op; van; vanuit);
🔗 Hij liep snel het hotel uit.
(aan; door; met; om; van; vanwege; voor; wegens); ; ;
🔗 Dat deed hij uit berekening.
(over; voort; weg; verwijderd);
🔗 Zij zijn het grootste gedeelte van de dag uit.
;
🔗 De lampen waren uit.
(ontlokken)
draw out
(ledigen; legen; ruimen)

NederlandsEngels
uithaal hard shot; sizzler; sustained note
haal stroke; whiff; squiggle; scoop
uit done; for; forth; off; out; out of; over; through; in a spirit of; from; from among; in
uithalen disembowel; draw; empty; gut; harry; hit out; play; pull out; turn out; draw out; root out; sing at the top of one’s voice; clean; do; swerve; put on a lavish entertainment; lash out