Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord uitbouw

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
uitbouw
(aanbouw; aanbouwsel)
(uitbreiden; vergroten; groter maken)

NederlandsEngels
uitbouw annex; bay; extension
uitbouwen build up; enlarge; extend