Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord teleur

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
🔗 Ze werden niet teleurgesteld.
(tegenvallen)

NederlandsEngels
teleurstellen balk; dash; disappoint; disappointment; dissatisfy; fail; frustrate; let down

Het woord teleur kon door ons niet in de geselecteerde doeltaal vertaald worden.