Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord taxateur

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
taxateur
;
(schatten; waarderen)
🔗 Ze probeerde te taxeren hoe ver het verwijderd was, voordat ze zich dwong het uit haar gedachten te zetten.

NederlandsEngels
taxateur appraiser; assessor; official appraiser; surveyor; valuer
taxeren appraise; assess; gauge; put a figure on; rate; value; size up; weigh up