Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord sporten

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
🔗 Je had aan sport moeten doen.
(sportman)
🔗 De realityster bevalt een dezer dagen van haar eerste kindje met de sporter.

NederlandsEngels
sporten do sport; go in for sports; sport
sport games; sport; stave; spoke; sports; step; rung
sporter jock; sportsman; sportswoman