Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord schikking
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(inrichting; regeling; zetting) | ||
(afspraak; akkoord) | ; ; ; ; mutual agreement | |
een schikking treffen (het op een akkoordje gooien) | ||
(coördinatie) | coordination | |
(conveniëren; gelegen komen; passen; uitkomen; voegen) | ||
🔗 In die week schikt het me iedere dag. | ||
(beredderen; redderen; regelen) | ; | |
🔗 Een dienstmeid bracht een zilveren schaal binnen waarop twaalf rijpe vijgen lagen geschikt. |
Nederlands | Engels |
---|---|
schikking | ⇆ accommodation; ⇆ adjustment; ⇆ arrangement; ⇆ compact; ⇆ composition; ⇆ compromise; ⇆ configuration; ⇆ disposition; ⇆ regulation; ⇆ settlement; ⇆ understanding |
een schikking treffen | ⇆ compound; ⇆ come to an arrangement |
een schikking treffen met | ⇆ compound with; ⇆ come to an arrangement with |
schikkingen treffen | ⇆ make arrangements |
tot een schikking komen met | ⇆ come to an understanding with |
nevenschikking | ⇆ coordinateness; ⇆ coordination; ⇆ parataxis |
schikken | ⇆ accommodate; ⇆ adjust; ⇆ arrange; ⇆ compose; ⇆ compromise; ⇆ conform; ⇆ dispose; ⇆ order; ⇆ regulate; ⇆ set; ⇆ settle; ⇆ suit; ⇆ move up |
tafelschikking | ⇆ seating order |
toneelschikking | ⇆ set; ⇆ setting of a play; ⇆ setting of the play |