Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord schier
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(bijkans; bijna; haast; nagenoeg; vrijwel; zo goed als; genoegzaam) | ; ; | |
🔗 De toestand was schier onhoudbaar. | ||
🔗 De stad verdween in de verte toen het schip voorbij het schiereiland voer. |
Nederlands | Engels |
---|---|
schier | ⇆ all but; ⇆ almost; ⇆ nearly |
schiereiland | ⇆ peninsula |