Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord radioluisteraar
| Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
|---|---|---|
| (toehoorder) | listener | |
🔗 Weliswaar zagen de luisteraars thuis natuurlijk niet waarom er zo’n pret was, maar het geloei uit de luidsprekers gaf in ieder geval een gezellige sfeer in de huiskamers. | ||
| Nederlands | Engels |
|---|---|
| luisteraar | ⇆ listener |
| radio | ⇆ airwaves; ⇆ radio; ⇆ radio‐set; ⇆ wireless; ⇆ broadcasting |
Het woord radioluisteraar kon door ons niet in de geselecteerde doeltaal vertaald worden.