Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord race‐

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(wedloop; wedren)
race
(wedloop)
race
(raceterrein; renbaan)
race‐course
race‐course
(speedboot)
🔗 Dat is de raceboot niet.
race
🔗 Binnen racete hij de gang door, direct naar boven.
race
vetkuri
(renpaard)
racehorse
(racebaan; renbaan)
race‐course

NederlandsEngels
race event; race
race‐ running
duivenrace pigeon race
langeafstandsrace long‐distance race
nek‐aan‐nekrace neck‐and‐neck race
paardenrace horse‐race
racebaan race‐course; race‐track
raceboot speedboat
racen bomb along; race
racepaard racehorse
raceterrein going; race‐track; turf