Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord onthullen

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(inaugureren; inwijden)
inaugurate
(openbaren); ;
divulge
🔗 Als heer kan ik dat naar eer en geweten niet onthullen.
(openbaren; uit de doeken doen)
(inwikkelen; omhullen)
envelop
;
envolvi
🔗 De kamer was in duisternis gehuld.
(openbaring)
(openbaring)
disclosure

NederlandsEngels
onthullen disclose; discover; divulge; inaugurate; knock the bottom out of; open up; reveal; savour of; tell; unclose; unfold; unveil
hullen enfold; enshroud; envelop; enwrap; fold; involve; wrap; shroud; wrap up
onthulling disclosure; exposé; revelation; unveiling