Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord nieuw

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
🔗 Het kostte hem verscheidene dagen om een nieuw touw te maken.
🔗 „Kom eens met me mee”, zei hij, „en proef de nieuwe wijn eens die net is aangekomen.”
neuzita
;
🔗 U bent nieuw hier, hè?
(nieuwsgierig);
🔗 Ik ben benieuwd wat er boven ons hoofd hangt.
(splinternieuw)
tute nova
🔗 Voor Ellery de volgende morgen naar de officier van justitie ging, besloot hij de kennismaking met Wrightsville te hernieuwen.
(vernieuwen)
renew
🔗 Zijn hernieuwde hoop werd echter spoedig de bodem ingeslagen.
(neofiet)
neophyte
🔗 De meeste nieuwelingen krijgen geen werk op hun eerste dag.
(novice; groentje)
🔗 Nieuwerwets geklodder, als ik mij zo mag uitdrukken.
(boreling)
newborn
Modern Greek
novgreka lingvo
newness
newcomer
🔗 Zij schonken geen aandacht aan de nieuwkomers.
(nieuws)
novelty
(alpaca)
nickel silver
;
new silver
;
German silver
;
nickel brass
; ;
(alweer; nogmaals; andermaal; weder; wederom; weer); ; ; ; ;
a second time
🔗 Opnieuw ging zij zitten.
(gloednieuw)
tute nova
🔗 Volgens mij is dit een splinternieuw schip.
(renoveren; hernieuwen)
renew
;
renovate
;
restore

NederlandsEngels
nieuw fresh; green; incoming; ingoing; modern; new; newly; new‐made; novel; recent
dat is wat nieuws! that’s something new!
er is niets nieuws onder de zon there nothing new under the sun
oud en nieuw vieren old year out, see the new year in
allernieuwst very newest; very latest; up‐to‐the‐minute
benieuwd agog; curious; curiously; curious to know
fonkelnieuw brand‐new; fire‐new
gloednieuw brand‐new; fire‐new
hernieuwen renew
nieuwbekeerde neophyte
nieuwbouw construction of new houses; new buildings; new housing
nieuweling entrant; green hand; neophyte; new hand; newcomer; novice; tyro; tenderfoot; beginner; new boy
nieuwerwets newfangled; new‐fashioned
Nieuwgrieks Modern Greek
nieuwheid newness; recency
nieuwigheid innovation; newness; novelty
nieuwjaar New Year
nieuwkomer newcomer
nieuwlichter modernist; innovator
nieuwtje newness; novelty; piece of news
nieuwzilver German silver; nickel silver; new silver; nickel brass; albata; alpaca
opnieuw afresh; again; anew; once again; once more; over; a second time
overnieuw over again; all over again; once more
splinternieuw brand‐new
vernieuwen redintegrate; remould; renew; renovate; restore; new‐build