Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord mazzel

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(bof; buitenkansje; geluk; tref)
🔗 Ik heb toen mazzel gehad.

NederlandsEngels
mazzel fluke; good luck; luck
mazzelen have luck; have good luck