Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord koopwoning
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(aankopen; aanschaffen; afnemen; inkopen; overnemen; zich aanschaffen) | ; | |
🔗 Ik wil hier een huis kopen. | ||
(behuizing) | ; ; | |
🔗 De drie doden werden aangetroffen in een woning. |
Nederlands | Engels |
---|---|
koopwoning | ⇆ owner‐occupied dwelling |
kopen | ⇆ acquire; ⇆ buy; ⇆ purchase |
premiekoopwoning | ⇆ private house built with a government subsidy |
woning | ⇆ abode; ⇆ dwelling; ⇆ dwelling‐place; ⇆ habitation; ⇆ house; ⇆ lodging; ⇆ mansion; ⇆ place; ⇆ residence; ⇆ tenement; ⇆ abidance |