Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord huisbewaarder

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(conciërge)
caretaker
🔗 Een oude huisbewaarder en zijn vrouw woonden in de enige bewoonbare hoek.
(bewaker; hoeder; wachter);
marshal
;
watchman
(conservator)
conservator
🔗 Zeker 40.000 huizen in de hoofdstad Manilla zijn verwoest.
🔗 Er moet hier in huis veel veranderen.
(conciërge)
caretaker
🔗 „Ik veronderstel”, zei juffrouw Marple, „dat ’t gaat om ’t eigenaardige gedrag van de huisbewaarster.

NederlandsEngels
huisbewaarder caretaker; custodian
bewaarder caretaker; conservator; depositary; depository; guardian; keeper; preserver; warden
huis establishment; home; house; housing; place; premises; residence; tenement
huisbewaarster caretaker; female caretaker; custodian; female custodian