Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord hinder

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
; ;
perplexity
;
difficulty
;
predicament
(hindernis; hinderpaal);
impediment
(last; overlast; storing)
(in de weg staan);
(belemmeren; derangeren)
hinder
; ; ;
encumber
;
inconvenience
(dwarszitten; storen; lastig vallen)
🔗 Verder mag je doen en laten wat je wilt, als je me maar niet hindert.
(lastig; storend)
troublesome
;
inconvenient

NederlandsEngels
hinder annoyance; hindrance; impediment; interference; obstacle
ik heb er geen hinder van it does not hinder me; it is not trouble to me; it is not in my way
hinderen annoy; balk; bother; discomfort; embarrass; encumber; frustrate; hinder; incommode; interrupt; put out; stymie; impede; inconvenience; trouble; be in the way; trammel; get in the way
hinderlijk annoying; cumbersome; cumbrous; galling; pestilential; troublesome; inconvenient; vexatious
hinderwet nuisance act