Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord halfspeler

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
half‐back
(half en half)
🔗 Ik was al half van mijn stoel opgestaan.
🔗 Ditkeer bleef hij bijna een half uur weg.
🔗 De met rood beboete speler schopte vervolgens de onderuit gehaalde speler tegen het hoofd, waarop de twee teams met elkaar in gevecht raakten.

NederlandsEngels
halfspeler half‐back
half half; mid‐
speler gambler; gamester; hand; player; performer; actor; musician