Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord gramschap
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(boosheid; kwaadheid; toorn; verstoordheid) | ||
🔗 Het zijn de huizenkopers wier gramschap de politici ervan weerhield de aftrek te beperken. | ||
🔗 Hoeveel gram aluminiumoxide ontstaat er? | ||
(boos; kwaad; nijdig; verbolgen; toornig; verstoord; vertoornd; gramstorig; vergramd; pissig) | ; ; heated ; | |
🔗 Jochem, maak meneer niet gram. |
Nederlands | Engels |
---|---|
gramschap | ⇆ anger; ⇆ wrath |
gram | ⇆ gramme |