Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord blind

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(luik; vensterblind)
🔗 De blinden waren gesloten.
(jaloezie; zonneblind)
jalousie
;
Venetian blind
(luik; vensterblind)
shutter
🔗 Alle blinden waren gesloten.
;
sightless
🔗 Eén oog was blind.
;
haphazardly
blinde passagier
stowaway
(in den blinde)
🔗 Blindelings rende hij naar het andere eind van het ravijn.
blindman’s buff
(pantseren; bepantseren)
colour‐blind
🔗 Op mijn oude dag wordt ik nog kleurenblind.
night‐blind
noktblinda
vensterblind
(blind; luik)
vensterblind
(blind; luik)
shutter
dazzle
blindumi
dazzle
lumĝeni
🔗 De sneeuw verblindde hem half.

NederlandsEngels
blind benighted; blind; eyeless; implicit; indiscriminately; shutter; sightless; unquestioning; unseeing
blind aan één oog blind of one eye; blind in one eye
blinde deur blank door; dead door; sham door
blinde gehoorzaamheid blind obedience
blinde kaart skeleton map; blank map
blinde passagier stowaway
blinde steeg blind alley
blind geloof implicit faith
blind toeval mere chance
blind vertrouwen implicit credit; blind faith
een blind geloof hebben in have an implicit faith in
blinddruk blind‐blocking; blind‐tooling; blind‐stamping
blindedarm appendix; caecum; vermiform appendix
blindelings blindfold; blindly; headlong
blindemannetje blindman’s buff
blinderen armour; blind; face; clad
blindtypen touch type
blindvliegen flying on instruments; fly blind; blind flying
dagblind day‐blind
kleurenblind colour‐blind
nachtblind night‐blind
rolblind rolling‐shutter
sneeuwblind snow‐blind
stekeblind blind as a bat; stone‐blind
vensterblind shutter
verblinden bedazzle; besot; blear; blindfold; dazzle; infatuate