Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord belegger
| Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
|---|---|---|
| (investeerder) | ||
| (bedekken; dekken; toedekken) | ||
🔗 Het dak was rond en met lood belegd en eindigde in een soort van gedraaide kegel, van boven met een vergulde bol versierd. | ||
| ; cause to take place ; ; ; provoke ; | ||
🔗 Twango belegde een werkbespreking in de eetzaal. | ||
| Nederlands | Engels |
|---|---|
| belegger | ⇆ investor |
| beleggen | ⇆ belay; ⇆ compound; ⇆ fund; ⇆ invest; ⇆ lay; ⇆ lay over; ⇆ line; ⇆ overlay; ⇆ purfle; ⇆ spread; ⇆ cover; ⇆ convene; ⇆ call; ⇆ arrange |