Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord autobus

Nederlands	Engels (indirect vertaald)	Esperanto
autobus (bus)	bus ; motor‐bus ; coach	aŭtobuso
🔗 De autobus zette zich schommelend in beweging.
auto (automobiel)	car ; motor‐car	aŭtomobilo
🔗 Ze schonk geen aandacht aan de auto voordat hij stopte.
autobusstation	bus station	aŭtobusstacio
bus (autobus)	bus ; coach	aŭtobuso
🔗 Meerdere bussen raakten hierbij beschadigd.
bus (blik; blikje; trommel)	can ; tin	ladskatolo
bus (trom; trommel)	drum	tamburo
bus	bus	buso

Nederlands	Engels
autobus	⇆ bus; ⇆ coach; ⇆ motor‐bus
auto	⇆ auto; ⇆ automobile; ⇆ car; ⇆ motor; ⇆ motor‐car
bus	⇆ box; ⇆ bus; ⇆ bush; ⇆ can; ⇆ canister; ⇆ container; ⇆ drum; ⇆ tin; ⇆ club; ⇆ money‐box; ⇆ poor‐box; ⇆ collecting‐box; ⇆ coach