Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord aprilweer

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
🔗 Het was 18 april dit jaar om tien over half twee.
(nogmaals; nog eens)
(weder)
🔗 De transportsector zit in zwaar weer.
(alweer; nogmaals; opnieuw; andermaal; weder);
🔗 Weer grijnsde de stroper.

NederlandsEngels
april April
weer again; once again; weather; weir

Het woord aprilweer kon door ons niet in de geselecteerde doeltaal vertaald worden.