Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord aantrekken
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(aanhalen; trekken) | ; | altiri |
(aanlokken; bekoren; trekken) | ; | |
draw tighter ; | ||
🔗 Arie trok de riem van zijn regenjas wat aan. | ||
(aandoen; opzetten) | ||
🔗 Toen trok hij schone kleren aan. | ||
(negéren) | ; leave out of account ; ; | |
🔗 Kwetal trok zich van de duisternis in het bos niets aan. | ||
(aanlokkelijk; attractief) | alloga | |
🔗 De rondingen van haar kleding verrieden een uitgezakt lichaam dat weinig aantrekkelijks meer kon hebben. | ||
pleasing ; nice ; pleasant ; | plaĉa | |
(aanhalen; aantrekken) | ; | altiri |
🔗 Maar het was het etiket dat Poirots aandacht trok. | ||
(aanlokken; aantrekken) | ; | |
(aftekenen; beschrijven; tekenen; uittekenen) | ||
(tappen; uittrekken) | ; ; | |
🔗 De officier trok zijn pistool en vuurde. | ||
(slepen) | haul ; tow | |
infuziĝi | ||
(buigen; kromtrekken) | ; ; | |
streki | ||
(halen) | ; haul ; ; tug ; ; tow ; | |
🔗 Als je aan dit touw trekt, halen we je weer naar boven. | ||
trati | ||
(aftrekken; laten trekken; zetten) | ; | |
🔗 „Het bespaart me in de voeding”, placht zij te zeggen wanneer ze er een voedzaam soepje van trok. | ||
suĉi | ||
🔗 Hij trok aan zijn sigaar. | ||
(migreren) | ||
(bewegen; zich bewegen; zich verroeren; zich voortbewegen) |
Nederlands | Engels |
---|---|
aantrekken | ⇆ appeal to; ⇆ attract; ⇆ brace; ⇆ don; ⇆ draw; ⇆ draw on; ⇆ draw tighter; ⇆ firm up; ⇆ harden; ⇆ magnetize; ⇆ pull in; ⇆ put on; ⇆ raise; ⇆ stiffen; ⇆ take up the slack; ⇆ tighten |
zich aangetrokken voelen tot | ⇆ feel attracted to; ⇆ feel attracted towards; ⇆ feel drawn to; ⇆ feel drawn towards; ⇆ fancy; ⇆ gravitate towards |
zich er geen lor van aantrekken | ⇆ not care a bit; ⇆ not care a straw |
zich er geen moer van aantrekken | ⇆ not care a damn; ⇆ not give a damn |
zich er niets van aantrekken | ⇆ not care a bit; ⇆ not care a straw |
zich iemands lot aantrekken | ⇆ interest oneself in somebody’s behalf |
zich iets aantrekken | ⇆ take something to heart |
zich iets erg aantrekken | ⇆ take something heavily to heart |
zich niets aantrekken van | ⇆ act in defiance of; ⇆ flout; ⇆ take no thought for; ⇆ take no thought of |
aantrekkelijk | ⇆ inviting; ⇆ appealing; ⇆ attractive; ⇆ attractively; ⇆ catchy; ⇆ cute; ⇆ desirable; ⇆ dishy; ⇆ easy on the eye; ⇆ engaging; ⇆ engagingly; ⇆ fetching; ⇆ foxy; ⇆ snazzy; ⇆ taking; ⇆ likable |
aantrekking | ⇆ attraction |
trekken | ⇆ attract; ⇆ backpack; ⇆ bob; ⇆ brace; ⇆ derive; ⇆ draught; ⇆ draw; ⇆ drawing; ⇆ educe; ⇆ extract; ⇆ flit; ⇆ force; ⇆ haul; ⇆ hike; ⇆ lug; ⇆ make; ⇆ migrate; ⇆ move; ⇆ permeate; ⇆ pluck; ⇆ pull; ⇆ receipt; ⇆ trek; ⇆ tug; ⇆ tweak; ⇆ twitch; ⇆ rule; ⇆ strain; ⇆ traction; ⇆ go; ⇆ march; ⇆ warp; ⇆ become warped; ⇆ puff; ⇆ wank off; ⇆ jerk off; ⇆ take out; ⇆ tow; ⇆ twist |