Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord unreadiness
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
readiness | ; ; | |
readiness (consideration; decency; helpfulness) | ; schikkelijkheid ; toeschietelijkheid |
Engels | Nederlands |
---|---|
unreadiness | ⇆ onbereidwilligheid; ⇆ ongereedheid; ⇆ onwilligheid |
readiness | ⇆ bereidheid; ⇆ bereidwilligheid; ⇆ gereedheid; ⇆ paraatheid; ⇆ promptheid; ⇆ slagvaardigheid; ⇆ vaardigheid; ⇆ vlugheid |
unready | ⇆ besluiteloos; ⇆ niet gereed; ⇆ niet klaar; ⇆ onvoorbereid |