Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord unravel
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
unravel (unpick) | ; | |
unravel (extract; extricate; disentangle) | ||
unravel (resolve; settle; unriddle; dissolve) | ; |
Engels | Nederlands |
---|---|
unravel | ⇆ ontknopen; ⇆ ontraadselen; ⇆ ontrafelen; ⇆ ontwarren; ⇆ oplossen; ⇆ rafelen; ⇆ uit de knoop halen; ⇆ uitrafelen; ⇆ zich ontwarren; ⇆ zich ontwikkelen |
ravel | ⇆ in de war maken; ⇆ in de war raken; ⇆ ontwarren; ⇆ rafel; ⇆ rafelen; ⇆ uitrafelen; ⇆ verwarren |
unravelling | ⇆ ontknoping; ⇆ ontwarring |