Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord unbuckle
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
buckle (fasten) | ; | |
Engels | Nederlands |
---|---|
unbuckle | ⇆ losgespen |
buckle | ⇆ aangorden; ⇆ gesp; ⇆ gespen; ⇆ krullen; ⇆ ombuigen; ⇆ ontzetten; ⇆ spang; ⇆ vastgespen; ⇆ verbuigen; ⇆ zich krommen; ⇆ zich krullen; ⇆ ómkrullen |