Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord timid

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
(afraid; anxious; fainthearted; pusillanimous; shy; timorous); ; ; ; ;
🔗 Alligators are generally timid towards humans and tend to walk or swim away if one approaches.
timidity
(bashfulness; shyness)
;
timidity
(faintheartedness; nervousness)
; ;
schuwheid
;
vreesachtigheid

EngelsNederlands
timid bang; bangelijk; bedeesd; benauwd; beschroomd; bevangen; bleu; blo; blode; eenkennig; kleinmoedig; schuchter; schuw; timide; verlegen; vreesachtig
as timid as a hare zo bang als een wezel
in a timid voice met een benepen stemmetje
timid about bang om te; verlegen om te
timid of bang om te
timidity bangheid; bedeesdheid; beschroomdheid; eenkennigheid; schroom; schroomvalligheid; schuchterheid; schuwheid; timiditeit; verlegenheid; vreesachtigheid
timidly bang; beschroomd