Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord startle somebody

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
startle
(frighten; alarm; chill; intimidate; scare; affright; daunt)
; ; ; ; ; ;
vrees aanjagen
startle
(appal; dismay; puzzle; alarm; dumbfound; stun; stupefy; disconcert; stagger; take aback; astound; unnerve; upset; discomfit)

EngelsNederlands
startle somebody iemand doen schrikken
startle doen opschrikken; doen schrikken; ontstellen; verbazen; verrassen