Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord self‐destruction

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
destruction
(havoc; mayhem)
destruction
; ;
destruction
(downfall; undoing)
destruction
(crash)
verbrijzeling
;
vermorzeling
destruction
(doom; downfall; fall; perdition; ruin; wreck)
;
destruction
(ruin; bane)
destruction
(decay; ruin)
self
(herself; itself; myself; very; ‐self)
self
(ego)
;

EngelsNederlands
self‐destruction zelfvernietiging
destruction destructie; ondergang; verdelging; verderf; vernieling; vernietiging; verwoesting
self ego; eigen persoon; eigenliefde; ik