Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord plural

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
plural
plurala
🔗 In many cases the plural can be deduced from the form of the singular.
plurality
(multiplicity; size)

EngelsNederlands
plural meervoud; meervoudig; pluralis
plural ending meervoudsuitgang
plural form meervoudsvorm
royal plural pluralis majestatis
plurality meerderheid; meervoud; meervoudigheid; menigte; merendeel; pluraliteit