Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord plum

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
(prune)
damask plum
(damson; blue plum; damson plum)
; ;
damaska pruno
date‐plum
(persimmon)
sugarplum
(serviceberry; shadbush; juneberry)

EngelsNederlands
plum donkerpaars; donkerrood; droom‐; fantastisch; pruim; pruimkleurig; puikje; rozijn; vet baantje
don’t think the plums will drop into your mouth while you sit still de gebraden duiven vliegen een mens niet in de mond
Japanese plum yew knoptaxus
marian plum gandaria
Mirabelle plum Mirabelpruim; mirabel
plum mango gandaria
date‐plum dadelpruim; lotusboom
plummy bekakt; gemakkelijk; kostelijk; pruimen‐; rijk; uitstékend; vol pruimen
plum‐stone pruimepit
plum‐tart pruimentaart
plum‐tree pruimeboom
sugarplum krenteboompje; suikerboon