Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord judged
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(rule; try; adjudge; adjudicate) | ||
(adjudicate) | ||
(appraise; rate; assay; assess; evaluate; value) | ||
; | ||
🔗 But how was she to judge, she who knew nothing of good or evil? |
Engels | Nederlands |
---|---|
ill‐judged | ⇆ onberaden; ⇆ onverstandig; ⇆ onwijs |
judge | ⇆ achten; ⇆ beoordelaar; ⇆ beoordelen; ⇆ jurylid; ⇆ kenner; ⇆ keurder; ⇆ keurmeester; ⇆ oordelen; ⇆ quoteren; ⇆ rechter; ⇆ rechtspreken; ⇆ richter; ⇆ schatten; ⇆ uitspraak doen; ⇆ uitspraak doen over |