Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord innocence

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
innocence
; ;
schuldeloosheid
innocence
(ingenuousness; simplicity; naïveté; naïvety)
innocent
(guiltless; blameless)
; ; ;
schuldeloos
innocent
(guileless; inoffensive)
senmalica
innocent
(naïf; naïve; ingenuous; simple)
(ignorant; unwitting)
🔗 You are yet innocent?

EngelsNederlands
innocence argeloosheid; onbedorvenheid; onnozelheid; onschuld; schuldeloosheid
innocent brandschoon; naïeveling; onbedorven; onnozel; onnozelaar; onnozele; onschuldig; onschuldige; schadeloos; schuldeloos