Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord ice

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
(icecream)
ice
ijs‐
ice
(glacial)
ijs‐
fire‐and‐ice plant
(vila‐vila; sticky nightshade; red buffalo‐burr; litchi tomato; morelle de Balbis)
;
sisimbrifolia solano
highway ice plant
(Hottentot‐fig; Hottentot’s fig)
🔗 When the climate cooled 1.5 million years ago and the first of four ice ages occurred, the forests retreated as the ice advanced.
ice cap
(ice sheet; ice mantle; ice‐floe; pack‐ice; floe)
ice plant
;
ice plant
(showy stonecrop; butterfly stonecrop)
roze hemelsleutel
ice plant
(Hottentot‐fig; Hottentot’s fig; highway ice plant)
ice plant
(common ice plant; crystalline ice plant)
;
ice sheet
(ice cap; ice mantle; ice‐floe; pack‐ice; floe)
ice storm
glaciŝtormo
ice tea
(iced tea)
glaciteo
ice water
natural ice
cat‐ice
ŝvebanta glacio
🔗 Polar bears occasionally visit the island, travelling on icebergs from Greenland.
icebox
(refrigerator; fridge)
(ice); ; ;
(ice sheet; ice cap; ice mantle; pack‐ice; floe)
🔗 More than 220 people have been rescued after two ice‐floes broke off from the Latvian coast and were blown into the Gulf of Riga, Latvian emergency services said Friday.
ice‐free
icing
;
(glacial)
🔗 Harper was there before him, and returned his greeting with icy politeness.
pack‐ice
(ice sheet; ice cap; ice mantle; ice‐floe; floe)

EngelsNederlands
ice doen verstijven; frapperen; glaceren; ijs; verkillen
a sheet of ice een ijsvlakte; een laag ijs
break the ice het ijs breken
cold as ice ijskoud
cut no ice geen gewicht in de schaal leggen
dry ice koolzuursneeuw
fire‐and‐ice plant litsjitomaat; raketblad
flake of ice ijsschol; ijsschots
floating ice drijfijs
floe of ice ijsschol; ijsschots
fruit ice vruchtenijs
highway ice plant Hottentotvijg
ice age ijstijd
ice cap ijskap
ice compartment vriesvak
ice compress ijscompress
ice crystal ijskristal
ice cube ijsblokje
ice drift ijsgang
ice formation ijsvorming
ice hockey ijshockey
ice lolly ijsje; ijslolly; waterijsje
ice over bevriezen; dichtvriezen
ice palace ijspaleis
ice pellets ijsregen
ice plant Hottentotvijg; ijskruid; ijsplantje; roze hemelsleutel
ice sheet ijskap
ice skate schaats
ice storm ijsstorm
ice tea ijsthee
ice up bevriezen; dichtvriezen
ice water ijswater
keep on ice in de ijskast leggen; in de ijskast zetten
natural ice natuurijs
on thin ice op glad ijs
polar ice poolijs
put on ice in de ijskast leggen; in de ijskast zetten
skate on thin ice <een moeilijke zaak met tact behandelen>; zich op glad ijs wagen
skate over thin ice zich op glad ijs wagen
that cuts no ice dat snijdt geen hout
the ice on the cake de franje; de toeters en bellen
vanilla ice vanille‐ijs
anchor‐ice grondijs
cat‐ice bomijs
de‐ice ontdooien; ontijzelen; ontijzen
drift‐ice drijfijs
ground‐ice grondijs
ice‐bag ijszak
iceberg ijsberg
ice‐boat ijsbreker
ice‐bound bevroren; dichtgevroren; ingevroren; toegevroren
icebox ijskast
ice‐breaker ijsbreker
ice‐cold ijskoud
icecream consumptie‐ijs; ijs; ijsco; ijsje; ijskreem; roomijs
ice‐factory ijsfabriek
ice‐field ijsveld; ijsvlakte
ice‐floe ijsschol; ijsschots
ice‐free ijsvrij
ice‐house ijskelder
ice‐pack ijszak; pakijs
ice‐pick ijspriem
ice‐plain ijsvlakte
ice‐rink ijsbaan; kunstijsbaan
ice‐skate schaatsen
ice‐works ijsfabriek
icicle ijskegel; ijspegel; kegel; pegel
icing glazuur; icing; ijsafzetting; suikerglazuur
icy beijzeld; ijs; ijsachtig‐; ijskoud; ijzig
pack‐ice pakijs
sheet‐ice ijzel