Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord furnishing

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
furnishing
furnishing
(fit out; garnish; trim; bedeck; deck; decorate; embellish; accoutre)
(deliver; supply; provide; purvey)
🔗 The statements of the men furnished food for thought to Tarzan.
;
mebli

EngelsNederlands
furnishing inrichting; meubilering; verschaffing; verstrékkend; woninginrichting
furnish fourneren; inrichten; komen aandragen met; leveren; meubelen; meubileren; stofferen; uitrusten; verschaffen; verstrekken; voorzien
furnishings fournitures; inrichting; meubelen; meubels; meubilair; stoffering