Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord fat

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
(fatty)
(stout; abdominous; corpulent); ;
(ballast; superfluity)
;
fat‐hen
(lamb’s quarters; goosefoot; white goosefoot; dungweed; pigweed)
fat‐hen
(spear‐leaved orache; hastate orache; thin‐leaf orache; triangle orache)
;
(fat)
;
vetzak

EngelsNederlands
fat dik; rijk; smeer; spekkig; vet; vet maken; vetrand; vlezig
a fat lot nogal wat
fat cattle mestvee
fat content vetgehalte
fat gland vetklier
fat job vet baantje
fat stock slachtvee
fat tissue vetweefsel
live on one’s fat interen
live on one’s own fat op zijn vet teren
live on the fat of the land van het goede der aarde genieten
live upon the fat of the land het vette der aarde genieten
mutton fat schapevet
the fat is in the fire de bom is gebarsten; de pleuris is uitgebroken; de vlam slaat in de pan; nu heb je de poppen aan het dansen
the fat was in the fire toen had je de poppen aan het dansen
then the fat was in the fire toen was de boot aan
fat‐guts dikzak
fat‐head stomkop
fat‐hen melganzevoet; spiesbladige melde; spiesmelde; witte ganzevoet
fatness vetheid; vettigheid
fats papzak
fatso papzak; vetzak
fatten dik maken; dik worden; mesten; vetmesten; vetweiden
fatty dikbuik; dikkerd; dikzak; vet; vetachtig; vettig
frying‐fat braadvet
marrow‐fat mergvet