Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord convergent
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
converge | ; | |
converge (associate; come together; join; pool; assemble; coalesce; unite; become joined) | ; zich aaneensluiten ; zich verenigen |
Engels | Nederlands |
---|---|
convergent | ⇆ convergerend; ⇆ in één punt samenkomend; ⇆ samenlopend |
converge | ⇆ convergeren; ⇆ in één punt samenkomen; ⇆ in één punt samenlopen; ⇆ samenlopen |
convergence | ⇆ convergentie; ⇆ samenloop |