Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord conjunct
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
conjunction |
Engels | Nederlands |
---|---|
conjunct | ⇆ medewerkend; ⇆ toegevoegd; ⇆ verenigd |
conjunction | ⇆ conjunctie; ⇆ samenloop; ⇆ samenloop van omstandigheden; ⇆ samenstand; ⇆ verbinding; ⇆ verbindingswoord; ⇆ vereniging; ⇆ voegwoord |
conjunctive | ⇆ aanvoegend; ⇆ aanvoegende wijs; ⇆ samenvoegend; ⇆ verbindings‐; ⇆ verbonden |