Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord blessing
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(boon; benediction) | ; | |
blessing | ; | |
; | ||
Engels | Nederlands |
---|---|
blessing | ⇆ geluk; ⇆ inzegening; ⇆ zegen; ⇆ zegening; ⇆ zegenwens |
a blessing in disguise | ⇆ een geluk bij een ongeluk |
a mixed blessing | ⇆ geen onverdeeld genoegen; ⇆ iets met voor‐ en nadelen |
ask a blessing | ⇆ bidden; ⇆ bidden na het eten; ⇆ bidden voor het eten |
blessing in disguise | ⇆ geluk bij een ongeluk |
mixed blessing | ⇆ geen onverdeeld genoegen |
bless | ⇆ begenadigen; ⇆ inzegenen; ⇆ loven; ⇆ prijzen; ⇆ zalig prijzen; ⇆ zegenen |