Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord absconder
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
absconder (deserter; runaway) | ; wegloper | |
absconder (fugitive) | ||
absconder | ||
ertussenuit knijpen |
Engels | Nederlands |
---|---|
absconder | ⇆ vluchteling; ⇆ wegloper |
abscond | ⇆ eclipseren; ⇆ er stil vandoor gaan; ⇆ ertussenuit knijpen; ⇆ ervandoor gaan; ⇆ met de noorderzon vertrekken; ⇆ weglopen; ⇆ zich schuilhouden; ⇆ zich uit de voeten maken; ⇆ zich verbergen |