Nederlands–Afrikaanse woordeboek
Afrikaanse vertaling van die Nederlandse woord kopen
Nederlands | Afrikaans (onregstreeks vertaal) | Esperanto |
---|---|---|
(aankopen; aanschaffen; afnemen; inkopen; overnemen; zich aanschaffen) | ||
🔗 Ik wil hier een huis kopen. | ||
(aankopen; aanschaffen; afnemen; inkopen; kopen; overnemen; betrekken; zich aanschaffen) | ||
🔗 Hij stapte een pijpenwinkel binnen en kocht zich een rechte pijp met een zak tabak. | ||
🔗 Al in 1916 onderkende Natuurmonumenten het belang van het eiland voor de vogels en kocht het aan. | ||
(aanschaffen; afnemen; inkopen; kopen; overnemen; zich aanschaffen) | ||
(betalen; uitbetalen) | ||
🔗 Woudiver had zijn streek met zijn leven bekocht. | ||
(aankopen; aanschaffen; afnemen; kopen; overnemen; zich aanschaffen) | ||
(handelaar) | ||
🔗 Puc bracht de tijd na het eten door met het praten met de zoon van een koopman. | ||
(overdoen) | ||
🔗 Ik koop, vervoer en verkoop. |