Nederlands–Afrikaanse woordeboek
Afrikaanse vertaling van die Nederlandse woord hebben
| Nederlands | Afrikaans (onregstreeks vertaal) | Esperanto |
|---|---|---|
🔗 Braz hebbe zijn ziel! | ||
🔗 Hij had bezwaren. | ||
🔗 We hadden gasten. | ||
🔗 Elk boek heeft meer dan 1000 pagina’s. | ||
🔗 Hij had een gewichtig besluit te nemen. | ||
🔗 Heb geen angst. | ||
| (dragen; ophebben) | ||
🔗 Hij had schoenen aan, en dat nog wel op vrijdag! | ||
| (beminnen; houden van; lieven) | ; | |
🔗 Ik ken haar heel goed, en ik heb haar lief als was ze mijn eigen dochter. | ||
| (aanhebben) | ||
🔗 Wat een vieze pet heb jij op! | ||
| (gebeuren; geschieden; plaatsgrijpen; plaatsvinden; zich afspelen; zich voltrekken) | ; ; ; ; ; | |
🔗 Op dat ogenblik had er een grote opschudding plaats. | ||
| (dragen) | ||