Afrikaans–Engelse woordeboek

Engelse vertaling van die Afrikaanse woord spraakverwarring

Afrikaans → Engels
  
AfrikaansEngels
spraakverwarring confusion of tongues
spraak speech; language; parlance; tongue; voice
verwarring babel; complication; confusion; derangement; disarrangement; disarray; discomposure; disconcertion; disconcertment; disorder; disorganization; disturbance; embarrassment; entanglement; muddle; pie; fluster; flutter; fuddle; indiscriminateness; indiscrimination; huddle; hurry‐scurry; jumble; imbroglio; mix‐up; mull; pell‐mell; perplexity; promiscuity; promiscuousness; ravel; ruffle; snarling; turmoil; upset