Afrikaans–Engelse woordeboek

Engelse vertaling van die Afrikaanse woord gepas

Afrikaans → Engels
  
AfrikaansEngels (onregstreeks vertaal)Esperanto
;

AfrikaansEngels
gepas apt; aptly; becoming; comely; competent; congruous; due; fit; fitting; in good time; pertinent; proper; seemly; suitable; suited
gepastheid becomingness; consentaneity; consentaneousness; convenance; expedience; expediency; fitness; grace; pertinence; pertinency; propriety; right‐mindedness; suitability; suitableness
ongepas unbecoming; inept; inappropriate; impertinent; improper; inapposite; incongruous; misbecoming; unbeseeming; uncongenial; unduly; unfit; unhandsome; unseemly
pas fitting; become; befit; behove; beseem; fit; suit; dismissal; lately; permit; gap; fresh; hardly; march; mesh; match; neck; only; pace; pass; rack; sit; tally