Afrikaans–Engelse woordeboek

Engelse vertaling van die Afrikaanse woord blaar

Afrikaans → Engels
  
AfrikaansEngels
blaar blade; blain; bleb; blister; epispastic; gall; leaf
’n blaar trek raise a blister
wandelende blaar leaf‐insect; walking‐leaf
aarbeiblaar strawberry leaf
aartappelblaar potato leaf
afblaar blister; exfoliate; husk
ahornblaar maple‐leaf
blaaragtig foliaceous; foliate
blaarbrand leaf‐blight
blaardak leaf canopy
blaargrond leaf‐mould
blaarhoudend evergreen
blaarknop leaf‐bud
blaarkroes leaf‐crinkle
blaarkroon leaf‐crown
blaarmoes mesophyll
blaarpens omasum; manyplies; reticulum
blaarryk leafy
blaarsiekte leaf‐blight
blaarskede leaf sheath
blaarskilfer leaf‐blister
blaarskyf lamina
blaarslaai lettuce
blaarstand phyllotaxy; phyllotaxis
blaarsteel leaf‐stalk
blaarstingel petiole; stipule
blaartjie foliole; leaflet; plumule; pustule
blaartrekkend blistering; epispastic; vesicant; vesicating; vesicatory
blaartrekker vesicant
blaartrekking vesication
blaarvlek canker; leaf‐spot
blaarvlug falling leaf
blaarvorm leaf‐form
blaarvormig leaf‐shaped
blaarvorming foliation
blaredak canopy; roof of foliage
blarestand phyllotaxis
blomblaar petal
dekblaar bract; plinth
drieblarig tripetalous
druiweblaar vine‐leaf
esblaaresdoring ash‐leaf maple; ash maple; boxelder; boxelder maple; cutleaf maple; cutleaved maple; Manitoba maple; maple ash; negundo maple; Red River maple; sugar ash; three‐leaved maple
fynblaarvaring maidenhair
geblaar foliate; leafed; leaved; stripped
kelkblaar sepal
kelkieblaar sepal
kiemblaar seed‐leaf
klawerblaar shamrock
knoppiesblaar erinose
koorsblaar fever‐blister
koorsblare herpes
krulblaar curl
lemoenblaar orange leaf
lourierblaar bay leaf
mielieblaar mealie leaf
palmblaar palm‐leaf
perskeblaar peach‐leaf
pesblaar plague‐blotch
piesangblaar banana leaf
roosblaar rose‐leaf
stinkblaar datura; stinkweed; stramonium; thorn‐apple
suurlemoenblaar lemon leaf
tabakblaar tobacco‐leaf
teeblaar tea leaf
tussenblarig interfoliate
vrugblaar carpel
vyeblaar fig‐leaf